Techniek

Inkt (Sumi)

Inkt (Sumi)

Er wordt geschilderd met Japanse inkt op rijstpapier. De inkt (Sumi) bestaat uit koolstof van verbrand dennenhout of lampenzwart. Deze koolstof wordt vermengd met dierlijk beenderlijm en vervolgens tot staven geperst. Daarna volgt een langdurig droogproces in aslades en in de buitenlucht. Vaak wordt een afbeelding of tekst aangebracht om de kwaliteit en kenmerken van de inkt aan te geven. De inkt van dennenhout heeft een blauwachtige tint en die van lampenzwart is bruinachtig zwart. Er bestaan ook kleurinktstaafjes.
De Japanse staven worden van natuurzuiver materiaal gemaakt en geven een prachtige transparante tint af. Gekleurde inkt is ook in napjes verkrijgbaar. Dit bespaart weliswaar het afwrijven van de inkt, maar de tint is minder mooi dan die van de staven. Zwarte inkt is er ook in vloeibare vorm. Het gebruik hiervan dient de moderne mens, maar staat lijnrecht tegenover de traditionele Zengedachte. Inkt afwrijven is een mentale voorbereiding op het schilderen, het vereist tijd en geduld. Hierdoor en door de beweging komt de geest vrij en worden de spieren los. Er kan dan ontspannen geschilderd worden. Bovendien heeft vers afgewreven inkt een heldere en frisse uitstraling.
Wrijfsteen (Suzuri)

Wrijfsteen (Suzuri)

De inktstaaf wordt afgewreven op een wrijfsteen, de Suzuri. Deze heeft een holte voor water en een plat oppervlak waarop de inktstaaf wordt afgewreven. Daardoor ontstaat er een zwarte emulsie, waarvan door het toevoegen van water nuances worden gemaakt, dit zijn de grijstonen. Deze worden op het penseel aangebracht en op deze manier kunnen licht, donker en perspectief in een streek worden weergegeven. Wrijfstenen zijn er in verschillende vormen en van verschillende kwaliteit. Ze worden uit een brok natuursteen gesneden. De beste wrijfstenen komen uit het Tankeigebergte in China.
Penseel (Fude)

Penseel (Fude)

Wanneer het penseel (Fude) eenmaal met de grijstonen en zwarte inkt is gevuld, moet er snel en trefzeker gewerkt worden, waarbij de druk van het penseel en de snelheid van de streek bepalend is. Alles moet in een keer goed zijn en er kan niet worden gecorrigeerd, want dit is altijd zichtbaar. Sumi-e penselen zijn veerkrachtig en hebben een puntig uiteinde. Japanse penselen hebben de eigenschap veel inkt op te nemen en deze gelijkmatig af te staan. De haren zijn meestal van schaap, das, paard, wolf, geit of een combinatie daarvan. Bij aanschaf hebben de penselen een lijmlaag en een plastic hulsje op de punt ter bescherming tegen insecten en transport.

Rijstpapier (Washi)

Er wordt geschilderd op rijstpapier (Washi). Rijstpapier is een westerse benaming voor oosters papier. Het papier wordt niet van rijst gemaakt, maar van de binnenbast van de moerbei of andere fruitbomen. Ook wordt het van de halm van rijst, hennep of een combinatie ervan met katoen gemaakt. Soms wordt ook de vezel van bamboe, gras of stukjes blad toegevoegd tijdens het papierscheppen. Er zijn verschillende graden in absorptie:
  • absorberend
  • half-absorberend
  • gelijmd
Washi betekent Japans handgeschept papier. Gasenshi en tōshi zijn het meest geschikt voor sumi-e. Shikishi is papier dat bewerkt is met aluin en lijm en heeft een lage absorptie. Het voordeel van shikishi is, dat het niet hoeft te worden opgespannen.
Zegel (Hanko)

Zegel (Hanko)

Als de schildering klaar is, wordt deze voorzien van een zegel (Hanko). Meestal samen met de handtekening van de schilder. Volgens traditie worden deze handtekening en de zegel in het minst opvallende deel van de schildering geplaatst, zodat het deel uitmaakt van de compositie en geen aandacht vraagt. De zegel geeft meestal de naam van de schilder aan. Dit kan in Kanji, Katagana of Hiragana karakters. Een schilder heeft meestal meerdere zegels in verschillende vormen. De zegel wordt uit een speciaal soort steen gebeiteld en bewerkt met zegelpasta om vervolgens de zegel op de schildering af te kunnen drukken. De mooiste zegelpasta is gemaakt van ruwe zijde met cinnaber (rode kleurstof).
Het opspannen van de schildering

Het opspannen van de schildering

Uiteindelijk moet de schildering worden opgespannen. Tijdens het schilderen wordt het rijstpapier door het vocht uitgerekt. Als de schildering daarna droogt krimpt het papier weer. Hierdoor ontstaan er bobbels rondom de schildering. De papiervezels moeten daarom weer uitgerekt worden en dit gebeurt door het opspannen. Dit is dus ook de reden waarom er lijm in de inkt zit, want in natte toestand van het papier zou de inkt anders immers gaan uitlopen. Het opspannen is een precisiewerk en vraagt veel geduld en concentratie.
Het natgemaakte papier dat enkele malen beetgepakt en verlegd wordt is uiterst kwetsbaar en scheurt gemakkelijk. Bovendien moet in natte toestand, de plooien eruit gestreken worden, waardoor ook snel beschadigingen kunnen ontstaan. Het geheel moet dan rimpelloos drogen en wordt in verticale positie op een houten plank bevestigd. Voor het opspannen zijn speciale kwasten en borstels nodig. Verschillende soorten lijm kunnen gebruikt worden. Zelf lijm maken van bijvoorbeeld rijst-of tarwemeel is arbeidsintensief, maar verdient de voorkeur. In Japan zijn er speciale ateliers voor het opspannen en de meeste Japanse kunstenaars besteden dit werk dan ook uit aan die ateliers.

Zowel de techniek van het inktschilderen als het opspannen van rijstpapier worden door Marjon de Jong als workshop gegeven.

logo klein